3.1.2 Overzicht van aspecten
Taal vervult een essentiële functie in onze sociale omgang. Gezien die functie is de beste spelling niet die met de beste regels, maar de spelling die door de meeste Nederlanders en Vlamingen als de minst slechte wordt aanvaard. Basis bij alle spellingwerk is daarom maatschappelijke aanvaardbaarheid, zowel bij de keus van algemene uitgangspunten, als bij besluiten over individuele woorden. Meer hierover onder 3.1.3 Spelling als maatschappelijke afspraak.
Als in het Nederlands woorden moeten worden geschreven die komen uit talen met een ander schrift, zoals het Hebreeuws en het Jiddisj, dan moet een methodische keus worden gemaakt: zullen de letters van de vreemde woorden worden omgespeld (translitteratie) of de klanken daarvan worden weergegeven (transcriptie)? In overeenstemming met de basisregel bij de Nederlandse spelling werd bij Sofeer gekozen voor transcriptie. Meer hierover onder 3.1.4 Transcriptie en translitteratie.
Bij transcriptie wordt uitgegaan van klanken. Daarbij rijst de vraag: welke klanken? Want talen kennen variëteiten: dialecten, sociolecten, individuele varianten. Op deze vraag wordt ingegaan onder 3.1.5 Welke uitspraak van welk Hebreeuws en Jiddisj?.
De laatste kwestie is hoe de klanken van deze vreemde talen het best kunnen worden weergegeven in het spellingsysteem van het Nederlands. Deze kwestie wordt ingeleid onder 3.1.6 Weergave in het Nederlands, en is vervolgens het hoofdonderwerp van de paragrafen 3.2-3.5. Daarbij komen eerst de klinkers aan de orde, daarna de halfklinkers en medeklinkers, en ten slotte de overige schrifttekens.
De verschillende aspecten die hiervoor werden aangegeven, lenen zich allemaal voor discussie. Hetzelfde is het geval bij het gewicht dat aan elk van deze aspecten moet worden toegekend, zodra beslissingen over individuele woorden moeten worden genomen. Diverse keren hebben de samenstellers van deze woordenlijst dan ook beslissingen per woord genomen.
Vorige paragraaf: 3.1.1 Verschillende mate van inburgering |
Volgende paragraaf: 3.1.3 Spelling als maatschappelijke afspraak |