Achiahu, Achia
afbreking: | Achi·a·hu, Achia | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | '(mijn) broer is de Heer'; |
profeet uit Silo; andere naam: Achia(2)-3 (5x: 1 Kon. 14:4 +, 2 Kron. 10:15) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Achiahoe | [ ? ] |
spelling: | 'Achiahu' wordt in de meeste vertalingen 'Achia(2)' |