Achikam
Achikam (1)
afbreking: | Achi·kam | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws (transcriptieversie) | [ ? ] |
letterlijk: | '(mijn) broer staat op'; |
zoon van de schrijver Safan-1, vader van Gedalja-1, dienaar van koning Josia van Juda-4 (20x: 2 Kon. 22:12 +, Jer. 26:24 +, 2 Kron. 34:20) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Achikam(2) | [ ? ] |
>
Achikam (2)
afbreking: | Achi·kam | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | '(mijn) broer staat op'; |
zoon van de schrijver Safan-1, vader van Gedalja(2)-1, dienaar van koning Josia van Juda-4 (20x: 2 Kon. 22:12 +, Jer. 26:24 +, 2 Kron. 34:20) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Achikam | [ ? ] |