|
- zoon van Jabes-2, opvolger van koning Zecharja-2 van Israël-4 (4x: 2 Kon. 15:10 +);
- man van de profetes Chulda (2 Kon. 22:14, 2 Kron. 34:22);
- zoon en opvolger van koning Josia van Juda-4, opgevolgd door zijn broer Eljakim-2; andere namen: Joachaz(2)-3, Jehoachaz (Jer. 22:11, 1 Kron. 3:15);
- oom van de profeet Jeremia-1, vader van Chanamel (Jer. 32:7);
- vader van Maäsejahu-1, poortwachter (Jer. 35:4);
- een van degenen die met Zerubbabel terugkeren uit de ballingschap in Babel-2, poortwachter in Jeruzalem-1; andere naam: Mesullam-14 (6x: Ezra 2:42, Neh. 7:45, 1 Kron. 9:17 +);
- nakomeling van Aäron-1, zoon van de priester Sadok-1, voorvader van Ezra(2)-1; andere naam: Mesullam-11 (Ezra 7:2, 1 Kron. 5:38, 5:39);
- poortwachter, getrouwd met een uitheemse vrouw (Ezra 10:24);
- zoon van Bani, getrouwd met een uitheemse vrouw (Ezra 10:42);
- zoon van Halloches; werkt mee aan de herbouw van de muur van Jeruzalem-1 (Neh. 3:12);
- afstammeling van Juda-1, nakomeling van Jerachmeël, zoon van Sisemai (1 Kron. 2:40, 2:41);
- kleinzoon van Simeon-1, zoon van Saül (1 Kron. 4:25);
- zoon van Naftali(2)-1; andere naam: Sillem (1 Kron. 7:13);
- vader van Jechizkiahu-2 (2 Kron. 28:12)
|
[ ? ] |