sebat

afbreking: se·bat [ ? ]
herkomst: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]

  elfde maand van het joodse jaar, in januari-februari (Zach. 1:7); vijfde maand bij telling vanaf Rosj Hasjana [ ? ]

verwant: Hebreeuws (transcriptieversie): sjevat [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden