Sippora
afbreking: | Sip·po·ra | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | verband met 'vogel'; |
dochter van de Midjanitische priester Jetro-1, vrouw van Mozes-1, moeder van Gersom-1 en Eliëzer-2 (Ex. 2:21, 4:25, 18:2) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Tsipora | [ ? ] |