sjieër

afbreking: sjie·ër [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: sji·oe·rem  
herkomst: Jiddisj [ ? ]

  (Talmoedische) les, cursus [ ? ]

verwant: Hebreeuws: sjioer [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden