sara
afbreking: | sa·ra | [ ? ] |
lidwoord: | de | |
meervoud: | sa·ra's | |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands | [ ? ] |
letterlijk: | ontlening aan 'Sara(2)'; |
pop die Sara(2) voorstelt, gegeven aan vrouwen die vijftig jaar worden, gemaakt van brooddeeg of ander materiaal; oorsprong is het gebruik dat aan mannen die vijftig jaar worden, een abraham gegeven wordt | [ ? ] |