|
- zoon van Adonikam; keert met Ezra(2)-1 terug uit de ballingschap in Babel-2 (Ezra 8:13);
- zoon ofwel inwoner van Nebo-3, getrouwd met een uitheemse vrouw (Ezra 10:43);
- afstammeling van Ruben-1, nakomeling van Joël-6 (1 Kron. 5:7);
- vader van de plaats Gibeon, man van Maächa(2)-9, voorvader van Saul-1 (1 Kron. 9:35);
- zoon van Chotam, een van de helden van David-1 (1 Kron. 11:44);
- Leviet-2, poortwachter, bespeler van een snaarinstrument bij de komst van de verbondsark in Jeruzalem-1 (1 Kron. 15:18, 15:21, 16:5);
- Leviet-2, nakomeling van Asaf(2)-2, vader van Benaja(2)-9, voorvader van Jachaziël (2 Kron. 20:14);
- functionaris in de tijd van koning Uzzia-1 van Juda-4 (2 Kron. 26:11);
- zoon van Elisafan, Leviet-2 in de tijd van koning Jechizkia van Juda-4 (2 Kron. 29:13);
- een van de leiders van de Levieten-2 in de tijd van koning Josia van Juda-4 (2 Kron. 35:9)
|
[ ? ] |