|
- zoon van Nun; hoort evenals Kaleb tot de twaalf verkenners van het land Kanaän-2, opvolger van Mozes-1, leider van het volk Israël-2 als dat Kanaän-2 in bezit neemt; eerdere naam: Hosea-1, andere naam: Jesua-6 (205x: Ex. 17:9 +, Num. 11:28 +, Deut. 1:38 +, Joz. 1:1 +, Recht. 1:1 +, 1 Kon. 16:34, 1 Kron. 7:27);
- inwoner van Bet-Semes-1; bij zijn akker houdt de verbondsark stil (1 Sam. 6:14, 6:18);
- stadscommandant van Jeruzalem-1 (2 Kon. 23:8);
- zoon van Josadak; keert met Zerubbabel terug uit de ballingschap in Babel-2, wordt hogepriester; andere naam: Jesua (10x: Hag. 1:1 +, Zach 3:1 +);
- boek van het OT waarin Jozua-1 hoofdpersoon is;
- mannelijke voornaam
|
[ ? ] |