Jesajahu, Jesaja
afbreking: | Je·sa·ja·hu, Je·sa·ja | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | 'redding/heil is de Heer'; |
|
[ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Jesjajahoe | [ ? ] |
spelling: | 'Jesajahu' wordt in de meeste vertalingen 'Jesaja' |