malchoet

afbreking: mal·choet [ ? ]
lidwoord: het  
meervoud: mal·choe·jot  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  koningschap, koninkrijk [ ? ]

zie ook: keter malchoet, Keter Malchoet  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden