Konjahu

afbreking: Kon·ja·hu [ ? ]
herkomst: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]
letterlijk: 'de Heer heeft gevestigd';  

  zoon en opvolger van koning Jojakim van Juda-4; wordt weggevoerd naar Babel-2; andere namen: Jechonjahu, Jechonja(2), Jehojachin, Jojachin (Jer. 22:24, 22:28, 37:1) [ ? ]

verwant: Hebreeuws (transcriptieversie): Konjahoe [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden