koree

afbreking: ko·ree [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: ko·riem  
herkomst: Hebreeuws [ ? ]
letterlijk: 'lezer';  

  degene die in de synagoge de Tora voorleest [ ? ]

verwant: Jiddisj: koure [ ? ]
zie ook: baäl koree  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden