Koresj
afbreking: | Ko·resj | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws (transcriptieversie) | [ ? ] |
koning van het door hem gevormde rijk van Perzië; geeft de Joden in Babel-2 toestemming om terug te keren naar hun land (22x: Jes. 44:28 +, Dan. 1:21 +, Ezra 1:1 +, 2 Kron. 36:22 +) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Kores, Cyrus | [ ? ] |