chomer

afbreking: cho·mer [ ? ]
herkomst: Hebreeuws (transcriptieversie) / Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) [ ? ]
letterlijk: verband met 'ezel';  

  inhoudsmaat; een chomer is tien bat volgens Ez. 45:11; in vertalingen ook: ezelslast (11x: Lev. 27:16, Num. 11:32, Jes. 5:10, Ez. 45:11 +, Hos. 3:2) [ ? ]

spelling: spelling elders: homer  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden