chag

afbreking: chag [ ? ]
  [uitspraak: chağ] [ ? ]
lidwoord: het  
meervoud: cha·giem
[uitspraak: chağiem]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

  feest [ ? ]

zie ook: isroe chag  
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden