cherubijn

afbreking: che·ru·bijn [ ? ]
  [uitspraak: cheerubijn] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: che·ru·bij·nen
[uitspraak: cheerubijnen]
 
herkomst: Hebreeuws-Nederlands [ ? ]

  engel [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden