chazzen

afbreking: chaz·zen [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: chaz·zo·nem, chaz·zens  
herkomst: Jiddisj [ ? ]

  voorzanger in de synagoge, die de dienst leidt [ ? ]

verwant: Hebreeuws: chazan [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden