tasjliech
afbreking: | tasj·liech | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws | [ ? ] |
letterlijk: | 'het wegwerpen (van de zonden)'; |
een ceremonie op Rosj Hasjana, waarbij men symbolisch zijn zonden in stromend water wegwerpt en daarbij o.a. Micha 7:18-20 zegt | [ ? ] |