Nabal
afbreking: | Na·bal | [ ? ] |
herkomst: | Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie) | [ ? ] |
letterlijk: | in het Hebreeuws 'dwaas, onbenul, nietsnut'; |
rijke Kalebiet in Maon met veebedrijf in de plaats Karmel(2)-2; weigert David-1 voedsel te verstrekken, sterft vervolgens plotseling; zijn vrouw Abigaïl-1 wordt vrouw van David-1 (22x: 1 Sam. 25:3 +, 2 Sam. 2:2 +) | [ ? ] |
verwant: | Hebreeuws (transcriptieversie): Naval | [ ? ] |