refoea

afbreking: re·foea [ ? ]
  [uitspraak: rəfoea] [ ? ]
meervoud: re·foe·ot
[uitspraak: rəfoeot]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

 
  1. genezing;
  2. geneesmiddel
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden