Rechavja

afbreking: Re·chav·ja, Re·chav·ja [ ? ]
herkomst: Hebreeuws (transcriptieversie) [ ? ]
letterlijk: 'ruimte maakte de Heer';  

 
  1. nakomeling van Mozes-1, zoon van Eliëzer-2, Leviet-2; andere naam: Rechabjahu (1 Kron. 23:17);
  2. wijk in het huidige Jeruzalem
[ ? ]

verwant: Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Rechabja [ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden