pilpoel

afbreking: pil·poel [ ? ]
  [uitspraak: pielpoel] [ ? ]
lidwoord: de  
meervoud: pil·poe·liem
[uitspraak: pielpoeliem]
 
herkomst: Hebreeuws [ ? ]

 
  1. bepaalde dialectische methoden bij studie en verklaring van de Talmoed;
  2. spitsvondigheid, muggenzifterij
[ ? ]
© 2010 - 2024 Alle rechten voorbehouden